Wijziging box 3

 

De box 3-belasting over vermogen is veel mensen een doorn in het oog. Goed nieuws: er wordt iets gedaan aan de huidige regels.

Het heffingsvrij vermogen wordt in 2018 verhoogd van € 25.000 naar € 30.000.

Fiscale partners hebben dus een totale vrijstelling van € 60.000.

 

Geen verlenging eerste tariefschijf vpb

 

Voor vennootschappen zou de belastingdruk lager worden. Door de eerste schijf van de vennootschapsbelasting te verlengen, zou vanaf 2018 meer winst tegen het lagere tarief belast worden. Dat is van de baan. Daarvoor in de plaats komt vanaf 2019 een tariefsverlaging.

 

Milieulijst en Energielijst bekend

 

Investeringen in bedrijfsmiddelen die op de Milieulijst en Energielijst staan, kunnen een mooi belastingvoordeel opleveren.

Investeringen in bedrijfsmiddelen op de milieulijst, kunnen recht geven op milieu-investeringsaftrek (MIA) en/of willekeurige afschrijving milieu bedrijfsmiddelen (Vamil). Investeringen die op de energielijst staan, komen mogelijk in aanmerking voor energie-investeringsaftrek (EIA).

 

Fiscale fietsregeling eenvoudiger

 

Er komt een nieuwe fiscale regeling voor de fiets van de zaak. De bedoeling is dat er net als voor de auto van de zaak een forfaitaire bijtelling voor privégebruik gaat gelden. De regeling gaat per 1 januari 2020 in.

 

Handhaving Wet DBA, verder uitstel

 

De Belastingdienst kan vanaf 1 juli 2018 in meer gevallen ingrijpen. Er is aangekondigd dat men niet speciaal gaat controleren op schijnconstructies. Alleen als er om een andere reden een controle plaatsvindt, wordt dit meegenomen. De Belastingdienst mag na 1 juli 2018 ingrijpen bij evidente schijnzelfstandigheid. Denk bijvoorbeeld aan iemand die al gedurende meerdere jaren fulltime als zelfstandige voor een opdrachtgever werkt. Bovendien moet er sprake zijn van opzet.

De Belastingdienst moet bewijzen dat partijen zich bewust zijn geweest van het feit dat er mogelijk sprake is van schijnzelfstandigheid. Er is volgens de staatssecretaris ook sprake van opzet als een situatie is voorgelegd en de Belastingdienst meerdere keren heeft aangegeven dat er naar zijn mening sprake is van schijnzelfstandigheid.