Op 1 juli bereikt Jan Waeyen de mijlpaal van 40 jaar werkzaam bij en voor Administratie- en belastingadviesburo Waeyen B.V.
Daardoor zal kantoor op donderdag 27 juni ’s middags gesloten zijn.
Op 28 juni staan we u weer graag te woord.
Op 1 juli bereikt Jan Waeyen de mijlpaal van 40 jaar werkzaam bij en voor Administratie- en belastingadviesburo Waeyen B.V.
Daardoor zal kantoor op donderdag 27 juni ’s middags gesloten zijn.
Op 28 juni staan we u weer graag te woord.
Uitspraak Hoge Raad
Op 6 juni 2024 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in de procedures over de Wet rechtsherstel box 3. Het geschil in deze uitspraak ging over de vraag of de Wet rechtsherstel box 3 ook in strijd was met de grondrechten, namelijk het discriminatieverbod en het eigendomsrecht, net zoals de eerdere box 3 wetgeving. De Hoge Raad is van mening van wel, indien het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement.[1] Overigens heeft de Hoge Raad wel de vermogensrendementsheffing over spaargelden op basis van de Wet rechtsherstel box 3 goedgekeurd, daar het hierin vastgestelde forfaitaire rendement nauw aansluit bij de werkelijkheid. Heeft u louter spaargelden, dan zal er voor u voorlopig niets veranderen.[2]
Berekening werkelijk rendement
Ook wordt er in de uitspraak direct invulling gegeven door de Hoge Raad aan hetgeen volgens haar verstaan dient te worden onder werkelijk rendement. Het werkelijk rendement omvat niet alleen de reguliere voordelen, zoals rente, huur en dividend, maar ook de waardeveranderingen van het betreffende vermogen. Het gaat hierbij om zowel positieve en negatieve als ongerealiseerde waardeveranderingen. Op schulden in box 3 zal de betaalde rente in aftrek komen, maar overige kosten worden niet aftrekbaar. Daarnaast wordt er uitsluitend gekeken naar het inkomen in het betreffende belastingjaar. Met positief of negatief rendement uit voorgaande of volgende jaren wordt geen rekening gehouden en er bestaat dus ook niet een mogelijkheid tot verliesverrekening of iets dergelijks.[3]
Verder geeft de Hoge Raad ook aan dat er werkelijk rendement berekend moet worden over het gehele vermogen. Dit houdt in dat het heffingsvrij vermogen buiten beschouwing gelaten wordt bij het bepalen van het vermogen waarover u rendement heeft behaald.[4]
Gevolgen voor u
Na het lezen van de uitspraak van de Hoge Raad, zult u waarschijnlijk met vragen blijven zitten. De gevolgen voor u als belastingplichtige, zijn dat u aan moet gaan tonen dat uw werkelijke rendement lager is geweest dan het forfaitaire rendement dat door de Belastingdienst in aanmerking is genomen in box 3. Zoals al eerder aangegeven door de Belastingdienst, hoeft u echter geen bezwaar te maken om dit aan te tonen, maar zal de Belastingdienst de mogelijkheid bieden om het werkelijk rendement door te geven met het formulier ‘opgaaf werkelijk rendement’. Op basis van het doorgegeven werkelijk inkomen, zal de Belastingdienst dan uw aanslag verlagen. De mogelijkheid tot doorgeven van het werkelijk inkomen wordt ten minste gegeven aan de belastingplichtigen die bezwaar gemaakt hebben en aan diegenen waarvan de aanslag inkomstenbelasting is aangehouden in afwachting van deze uitspraak. Hierbij heeft de Belastingdienst alle aanslagen inkomstenbelasting aangehouden van Belastingplichtigen die een belastbaar beleggingsvermogen hadden in box 3 gedurende de jaren 2021 tot en met 2023. Voor niet-bezwaarmakers bestaat er nog onduidelijkheid of zij ook gebruik kunnen maken van het voornoemde formulier. U hoeft voorlopig echter nog geen actie te ondernemen, daar de Belastingdienst nog bezig is met het opstellen van de juiste berekeningen.[5]
Toekomstige wetgeving
Nu rest natuurlijk nog de vraag wanneer de wetgeving dan aangepast wordt, waardoor er belasting betaald dient te worden op het werkelijk behaalde rendement in box 3. Staatssecretaris Van Rij heeft in een commissiedebat van 18 april 2024 al laten doorschemeren, dat wanneer de Hoge Raad zou concluderen dat ook de Wet rechtsherstel box 3 in strijd is met de grondrechten, de eerder gestelde inwerkingtredingsdatum van de nieuwe wet met een jaar opgeschoven zal moeten worden van 2027 naar 2028. Dit komt door de invoering van het formulier ‘opgaaf werkelijk rendement’ en de extra druk die dit oplevert op de IT-systemen van de Belastingdienst. Op korte termijn zal er dus in de wet nog geen verandering plaatsvinden.[6]
[1] ECLI:NL:HR:2024:704, ECLI:NL:HR:2024:705, ECLI:NL:HR:2024:771, ECLI:NL:HR:2024:756, ECLI:NL:HR:2024:213.
[2] https://www.accountancyvanmorgen.nl/2024/06/06/hoge-raad-zet-streep-door-herstelwet-box-3/
[3] ECLI:NL:HR:2024:704, ECLI:NL:HR:2024:705, ECLI:NL:HR:2024:771, ECLI:NL:HR:2024:756, ECLI:NL:HR:2024:213.
[4] https://www.accountancyvanmorgen.nl/2024/06/06/hoge-raad-zet-streep-door-herstelwet-box-3/
[5] https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/box-3/content/uitspraak-box-3-hoe-nu-verder
[6] https://www.tweedekamer.nl/debat_en_vergadering/commissievergaderingen/details?id=2024A02184
Op maandag 12 februari en dinsdag 13 februari 2024 zijn beide kantoren gesloten i.v.m. vastelaovend.
Per 14 februari staan wij uiteraard weer paraat voor u.
Eine sjoone vastelaovend!!
De tienduizenden ondernemers die nog helemaal niets hebben afbetaald van hun coronaschulden bij de Belastingdienst, hebben nog tot uiterlijk 29 augustus 2023 de tijd om te betalen, of zich te melden.
De datum die op de brieven wordt vermeld, is 15 augustus 2023. Twee weken daarna beginnen de invorderingen van de schulden zodat rekening wordt gehouden met de zomervakantie van ondernemers. Het gaat om ongeveer 45.000 voor een groot deel kleinere bedrijven die zich nog helemaal niet gemeld hebben. Staatssecretaris van Rij (Fiscaliteit en Belastingdienst) zegt zich wel zorgen te maken over deze groep en blijft benadrukken om zich te melden bij de Belastingdienst.
Als je je niet meldt, dan is 15 augustus 2023 straks wel de datum waarop de betalingstermijnen gaan lopen. De Staatssecretaris benadrukt dat als er straks een deurwaarder op de stoep staat die eerst in gesprek gaat met de ondernemer zodat het dwangbevel niet meteen “aan de deur genageld” wordt.
Zo’n dwangbevel wordt wel de realiteit voor bedrijven die straks nog steeds niets van zich laten horen.
Hierbij zullen deurwaarders zich in eerste instantie richten op mensen die al een belastingschuld hadden voor de coronaperiode (pre-corona-schuld).
Deze bedrijven hadden jaren geleden dus al betalingsproblemen. Hierdoor is het twijfelachtig of deze ondernemingen wel levensvatbaar zijn zegt het ministerie van Financiën daarover. Dat er nog steeds niets is betaald betekent dat ze er “blijkbaar niet in geslaagd zijn om hun bedrijfsmodel zodanig aan te passen” dat ze voldoende winst boeken.
Bron: Accountancy Vanmorgen
Op maandag 20 februari en dinsdag 21 februari 2023 zijn beide kantoren gesloten i.v.m. vastelaovend.
Per 22 februari staan wij uiteraard weer paraat voor u.
Eine sjoone vastelaovend!!
Algemeen.
Allereerst willen wij u laten weten dat onze kantoren zijn gesloten van maandag 26 december 2022 tot en met vrijdag 30 december 2022.
Via deze weg willen wij u hele fijne feestdagen en een voorspoedig 2023 toewensen.
Wij zijn u graag weer van dienst in 2023.
Controleer uw urenadministratie.
U kunt als ondernemer voor de inkomstenbelasting in aanmerking komen voor bepaalde soorten ondernemersaftrek indien u voldoet aan het urencriterium (o.a. zelfstandigenaftrek en meewerkaftrek); daarnaast kunt u (dit jaar voor het laatst) toevoegen aan de oudedagsreserve. Om aan het urencriterium te voldoen dient u in beginsel in het kalenderjaar minimaal 1.225 uur aan uw onderneming te besteden.
Indien u niet het hele kalenderjaar ondernemer bent, omdat u bijvoorbeeld in de loop van het jaar bent gestart moet u toch minimaal 1.225 uur aan uw onderneming besteden.
Ga in uw administratie na of alle uren zijn meegenomen. Naast de uren die u besteedt aan uw klanten kunt u ook uren die u maakt voor het bijhouden van uw administratie en bijvoorbeeld uw website meenemen.
Profiteer nog van de zelfstandigenaftrek.
Indien u voldoet aan het urencriterium dan kunt u uw winst uit onderneming verlagen met de zelfstandigenaftrek.
Deze bedraagt in 2022 € 6.310 (exclusief eventuele starterstoeslag ad € 2.123).
Het belastingvoordeel van de zelfstandigenaftrek is beperkt omdat het maximale tarief voor aftrek 40% is. Dit betekent dat u minder belastingvoordeel heeft van deze aftrekpost.
Daarnaast wordt het bedrag van € 6.310 in vijf jaar tijd afgebouwd naar € 900 en gaat het maximale tarief voor aftrek in 2023 verder omlaag naar circa 37%.
Denk na over de afwikkeling van de fiscale oudedagsreserve.
U kunt alleen in 2022 nog een deel van de jaarwinst toevoegen aan uw oudedagsreserv. Dit betekent dat u dan een bepaald bedrag van de winst mag aftrekken. De toevoeging aan uw oudedagsreserve is dit jaar 9,44% van de winst met een maximum van € 9.632.
Vanaf 1 januari 2023 kan de oudedagsreserve verder niet meer worden opgebouwd. De stand wordt dan “bevroren”. Dit betekentdat u zich moet voorbereiden op het vrijvallen van de opgebouwde oudedagsreserve tot en met 31 december 2022 in de toekomst. Hier bent u dus later nog inkomstenbelasting over verschuldigd.
Dividenduitkering aantrekkelijk of niet.
Ga na of het fiscaal aantrekkelijk is om een dividenduitkering te ontvangen. De dividenduitkering valt dit jaar en volgend jaar nog onder het vlak tarief van 26,9%. Per 2024 worden twee schijven geïntroduceerd, met een basistarief van 24,5% voor de eerste € 67.000 aan box 2-inkomen en een toptarief van 31% over het meerdere.
Pak uw winst nog dit jaar.
Bent u van plan om een bedrijfsmiddel met winst te verkopen? Doe dat dit jaar nog. Zo zal deze winst nog belast zijn tegen het tarief van 15% (tot € 395.000 winst, daarboven 25,8%). Laat u uw winst in 2023 vallen dan wordt deze belast tegen een tarief van 19% (tot € 200.000 winst, daarboven 25,8%).
Bron: NBA
Het wordt voor sommige ondernemers mogelijk om de aflossingstermijn van de coronabelastingschulden te verlengen van vijf naar zeven jaar.
Het kabinet herkent dat de nood bij sommige mkb-bedrijven met belastingschulden hoog is en wil hiermee in de kern gezonde ondernemingen lucht geven door de aflossingstermijn te verlengen.
Wel verbindt het kabinet voorwaarden aan de verlenging om te voorkomen dat ondernemingen die de verlenging niet nodig hebben er gebruik van maken.
Een drietal groepen komt niet in aanmerking voor extra verlenging van de betalingsregeling:
Voor deze verlenging moeten ondernemers een verzoek indienen bij de Belastingdienst Hieruit moet blijken dat de belastingschuld niet binnen vijf jaar afgelost kan worden, maar wel binnen zeven jaar.
De Belastingdienst toetst het verzoek op basis van de aangeleverde gegevens. Bij een schuld vanaf € 50.000,- wordt meer onderbouwing gevraagd dan een schuld tussen de € 10.000,- en € 50.000,-
Een verzoek kan de hele looptijd van de regeling aangevraagd worden.
Verder wordt het mogelijk om eenmalig een betaalpauze van zes maanden of twee aaneengesloten kwartaaltermijnen in te lassen en om per kwartaal te betalen in plaats van per maand. Dit kan bijvoorbeeld helpen bij bedrijven met een sterk wisselende omzet door seizoensinvloeden.
Om hiervan gebruik te maken moeten ondernemers een schriftelijk verzoek indienen waaruit de aflossingsproblemen blijken.
Wij kunnen u behulpzaam zijn bij het indienen van een verzoek hiervoor bij de Belastingdienst.
Bron: Rijksoverheid.nl en Belastingdienst.nl
Een update omtrent de maatregelen vanwege de ziekte COVID-19 oftewel het coronavirus.
Vanwege de onzekerheid over de nieuwe virusvariant heeft het kabinet zaterdag 18 december 2021 een lockdown aangekondigd. Deze lockdown is zondag 19 december 2021 ingegaan. Ondernemers hadden door de korte tijd tussen de aankondiging en de invoering van de lockdown weinig kans om hun bedrijfsvoering tijdig aan te passen. Daarom verruimt het kabinet het economische steunpakket voor het vierde kwartaal 2021 om werkenden en ondernemers extra ondersteuning te bieden.
Het maximale omzetverlies waarvoor loonsteun (NOW) wordt gegeven gaat van 80 procent naar 90 procent. Ook komen ondernemers in het vierde kwartaal 2021 in aanmerking voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) bij 20 procent omzetverlies in plaats van 30 procent. Voor de verruiming van het steunpakket trekt het kabinet 590 miljoen euro uit.
Het steunpakket houdt bedrijven en banen in stand. Tegelijkertijd is de coronasteun verstorend voor de economie en komt het belastinggeld niet altijd op de juiste plekken terecht. Zo worden steeds meer reguliere omzetschommelingen gecompenseerd met het ruimere steunpakket, terwijl dit niet de bedoeling is. Ook leggen de steunmaatregelen een groot beslag op de overheidsfinanciën.
Nu de coronapandemie langer aanhoudt werkt het kabinet daarom aan een nieuwe balans tussen ondernemingsrisico en overheidssteun. Een langetermijnvisie over de vormgeving van het steunpakket wil het kabinet voor het einde van het eerste kwartaal van 2022 klaar hebben.
Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW)
Het maximale omzetverlies waarvoor werkgevers via de NOW een tegemoetkoming in de loonkosten kunnen gaat omhoog naar 90 procent. Dit betekent dat bij de berekening van de hoogte van de subsidie voor het vierde kwartaal van 2021 en het eerste kwartaal van 2022 wordt gerekend met een percentage van maximaal 90 procent omzetverlies (op dit moment is dat nog 80 procent). Omdat de subsidieaanvragen voor het huidige kwartaal al lopen, is de uitbetaling van de voorschotten nog gebaseerd op een maximaal omzetverlies van 80 procent. Bij de definitieve vaststelling wordt gerekend met 90 procent.
Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)
Het kabinet verlaagt de omzetverliesdrempel van de TVL in het vierde kwartaal van 2021 van 30 procent naar 20 procent. Hiermee komt het kabinet ook bedrijven tegemoet die door deze acute lockdown worden geraakt in deze laatste weken van het kwartaal.
Een voorraadvergoeding voor de horeca en detailhandel voert het kabinet niet in. Een dergelijke regeling is slecht uitvoerbaar en maakt het niet goed mogelijk om tijdig steun te verlenen.
Ondernemers met een omzetverlies tussen 20 en 30 procent in het huidige vierde kwartaal, kunnen meteen TVL aanvragen.
De TVL over het vierde kwartaal 2021 kan worden aangevraagd van 20 december 2021 (8.00 uur) tot en met 28 januari 2022 (17:00 uur).
RVO houdt de aanvragen aan totdat de Europese Commissie deze nieuwe wijziging van de TVL heeft goedgekeurd. De aanvraagperiode loopt tot 28 januari 2022.
Verder moeten ondernemers die TVL over het tweede kwartaal 2021 hebben aangevraagd
uiterlijk 8 maart 2022 hun vaststellingsverzoek indienen. Dit was eigenlijk 11 januari 2022. Met het vaststellingsverzoek wordt de werkelijk omzet over het tweede kwartaal 2021 doorgegeven.
Ondernemers met een TVL-aanvraag van € 125.000 of meer moeten het accountantsproduct direct meesturen bij het indienen van de vaststelling.
Terugbetaling Tozo-leningen
In de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo) staat dat zelfstandig ondernemers de lening voor bedrijfskapitaal Tozo vanaf 1 januari 2022 moeten beginnen met aflossen. Door de verscherpte maatregelen is dat voor veel zelfstandig ondernemers moeilijk.
De start van de verplichte aflossing begint daarom een half jaar later, op 1 juli 2022.
Dit uitstel geldt voor alle Tozo-leningen, ongeacht het moment van verstrekking.
Daarnaast wordt de looptijd voor alle Tozo-leningen met één jaar verlengd van vijf naar zes jaar.
Dat is de periode vanaf het moment van verstrekking tot het moment waarop deze moet zijn terugbetaald. Over de maanden januari 2022 tot en met juni 2022 hoeft ook geen rente te worden betaald.
Mocht u nog vragen hebben dan kunt u altijd contact met ons opnemen.
Graag willen wij u attenderen op onze site of sociaal media (LinkedIn en facebook), hier kunt u de meest recente updates omtrent coronamaatregelen raadplegen. Met andere woorden hou ons vooral in de gaten!
Wij willen u laten weten dat onze kantoren zijn gesloten van maandag 27 december 2021 tot en met vrijdag 31 december 2021. Vanaf 3 januari staan wij weer voor u klaar.
Via deze weg willen wij u hele fijne feestdagen en een voorspoedig 2022 toewensen, blijf gezond.
Wij zijn u graag weer van dienst in 2022.
Eerste OSS-aangifte in 2021.
Unieregeling.
Met ingang van 1 juli 2021 kan de in een ander EU-land gevestigde ondernemer die vanuit zijn land goederen verkoopt aan in Nederland gevestigde particulieren, de in Nederland verschuldigde btw afdragen via de One Stop Shop (OSS)-aangifte. In de OSS-aangifte moeten alle onder de Unieregeling vallende diensten en leveringen worden aangegeven. Voor elke EU-lidstaat van verbruik moet afzonderlijk worden aangegeven hoeveel btw er verschuldigd is in deze EU-lidstaat tegen het daar geldende btw-tarief. Let op. Als er geen prestaties zijn verricht die onder de Unieregeling vallen, moet er toch een nihil OSS-aangifte worden ingediend.
Retourzendingen en teruggaaf btw.
In het Belastingplan 2022 wordt geregeld dat als er door bijv. retourzendingen per saldo recht bestaat op teruggave van Nederlandse btw, daarvoor door de buitenlandse ondernemer geen verzoek om teruggaaf bij de Nederlandse Belastingdienst ingediend hoeft te worden. De negatieve OSS-aangifte wordt dan gezien als verzoek om teruggave van btw.
Let op. Via de OSS-aangifte kan er geen voorbelasting in aftrek worden gebracht. Voor een teruggaaf van voorbelasting is lokale btw-registratie wel nodig.
Zelfstandigenaftrek daalt verder.
In 2022 daalt de gewone zelfstandigenaftrek verder van € 6.670 naar € 6.310 voor ondernemers die nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt. Ondernemers die wel de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, zien hun zelfstandigenaftrek dalen van € 3.335 naar € 3.155. Let op. De zelfstandigenaftrek zal jaarlijks verder dalen tot € 3.240 in 2036.
Verhoging Milieu-investeringsaftrek.
De milieu-investeringsaftrek (MIA) kent drie categorieën van milieu-investeringen. Categorie I wordt uitgebreid met bepaalde groene investeringen, waaronder een lichte elektrische bestelauto en een ondergrondse waterberging.
Bovendien stijgt in 2022 de MIA voor categorie I van 36 naar 45%. De MIA voor categorie II stijgt van 27 naar 36%. Voor categorie III stijgt de MIA van 13,5 naar 27%. Let op. Als het budget voor de MIA eenmaal is behaald, wordt deze niet meer toegewezen. Het budget voor de periode 2022-2024 wordt verruimd met € 30 miljoen per jaar. Het budget voor 2022 bedraagt daardoor € 144 miljoen.
Daarnaast kunt u ook gebruikmaken van de willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Hiermee kunt u 75% van de investeringskosten afschrijven. Dit kan op een tijdstip dat u zelf bepaalt en levert een liquiditeits- en rentevoordeel op.
Tarief vennootschapsbelasting.
In 2021 gelden de volgende vennootschapsbelastingtarieven: over de eerste € 245.000 winst 15% en over het meerdere 25%. Vanaf 2022 betaalt een BV over de eerste € 395.000 15%. Een daling van maar liefst 10%-punt over een extra deel van € 150.000. Tip. Het kan dus fiscaal aantrekkelijk zijn om een BV-winst te verschuiven ten gunste van latere jaren.
Afbouw voordeel elektrische auto.
Op de bijtelling voor het privégebruik van een auto van de zaak mag men in 2021 voor elektrische auto’s en andere auto’s zonder CO2-uitstoot 10% korting toepassen. Een paar uitzonderingen daargelaten, is deze korting hooguit € 4.500 (berekend over maximaal € 45.000 cataloguswaarde). Per 1 januari 2022 daalt de korting naar 6% en is dan maximaal € 2.100 (berekend over max. € 35.000). In 2023 is de korting hooguit € 1.800 (berekend over max. € 30.000). Let op. Per 2025 komt er een verdere verlaging van de korting. De korting zal dan 5% bedragen met een maximum van € 1.500.
Maak gebruik van de subsidieregeling verduurzaming.
Met de Subsidieregeling Verduurzaming kunt u als ondernemer in het mkb een gespecialiseerde adviseur inhuren voor energieadvies op maat. Daarnaast kunt u subsidie krijgen indien u een bewijs kunt overleggen dat u één of meerder maatregelen uit het energieadvies gaat uitvoeren of heeft uitgevoerd.
Ga na of u in aanmerking komt. U moet als ondernemer tot 250 werknemers (fte’s) in dienst hebben en een jaaromzet van maximaal € 50 miljoen. Daarnaast moet u één of meerdere bedrijfspanden hebben of een bedrijfspand (of ruimte daarin) huren en niet onder de wettelijke energiebesparingsplicht vallen. Het bedrijfspand mag dus per jaar niet meer dan 25.000 m3 aardgas(equivalent) en 50.000 kWh elektriciteit verbruiken.
Let op. De subsidie geldt van 1 oktober 2021 en loopt tot en met 30 september 2022.
Bewaarplicht administratie voor ondernemers.
Uw administratie moet u ook bewaren. Hierbij geldt voor basisgegevens een bewaartermijn van zeven jaar, die verlengd wordt met eventueel ontvangen uitstel van de Belastingdienst. Gegevens met betrekking tot onroerende zaken moeten tien jaar worden bewaard en de gegvevens met betrekking tot het éénloketsysteem (One Stop Shop) tien jaar. De overige gegevens moeten in principe ook zeven jaar worden bewaard, of korter als u hierover afspraken maakt met de Belastingdienst.
Breng uw opleidingskosten in aftrek.
Bent u van plan om een opleiding of studie voor uw (toekomstig) beroep te volgen, dan kunt u zich voor het einde van het jaar nog inschrijven en de kosten betalen zodat deze nog in de aangifte inkomstenbelasting 2021 in aftrek kunnen worden gebracht. In 2022 kunt u de opleidingskosten niet meer in aftrek brengen maar kunt u vanaf 1 maart 2022 een STAP-budget aanvragen bij het UWV.
Benut de verruimde schenkingsvrijstelling.
De vrijstellingen in de schenkbelasting zijn in 2021 eenmalig met € 1.000 verhoogd in verband met de coronacrisis. Voor schenkingen aan kinderen bedraagt de vrijstelling € 6.604. Voor schenkingen aan kleinkinderen en overige derden € 3.244. U kunt voor het einde van het jaar nog een schenking doen met een verhoging van € 1.000. Bron: Indicator B.V. en NBA